Wat heb je nodig?

Deeg

  • 200 gram ongezouten roomboter,
  • in stukjes van ½ cm
  • 100 gram kristalsuiker
  • 300 gram bloem
  • snuf zout
  • 1 ei
  • 1 tl vanille-extract

Vulling

  • 700 gram zoetzure appels
  • 3 tl kaneel
  • 100 gr rozijnen

EXTRA

  • een geklust ei.

Wat ga je doen?

 

Was je handen

Doe alle ingrediënten voor het deeg in een kom en kneed tot een stevig deeg. Maak van het deeg een plak en verpak deze in plasticfolie. Laat de deegplak minstens een half uur rusten in de koelkast.
Maak ondertussen de vulling: schil de appels, verwijder de klokhuizen en snijd ze in blokjes. Doe alle blokjes appel in een grote kom. Meng de kaneel en de rozijnen erdoor.

Vet een muffin bakvorm in en bestuif deze met bloem. Rol het deeg tot 3 mm dikte uit en steek er met een grote bakring (of een kom) rondjes deeg uit, deze rondjes moeten groot genoeg zijn om de bodem en zijkant van elke muffinvorm te bedekken. Bekleed twaalf muffinvormpjes op deze manier.

Doe de appelvulling in de deegbakjes. Belangrijk is dat de blokjes appel er zo compact mogelijk in zitten. Druk de vulling stevig aan en verschuif eventueel hier en daar wat appeltjes.

Kleur het resterende deeg en rol dit uit. Snijd er versieringen van. Leg deze bovenop de taartjes.

Smeer de bovenkanten af met het geklutste ei en bak de appeltaartjes in 25 minuten op 170 °C (boven- en onderwarmte). Bak eventueel nog langer tot de rand goudbruin is.

Laat de taartjes afkoelen in de vorm zodat ze steviger worden.

En smullen maar!